woensdag 14 december 2011

Doorbraak met De Gebroken Kolom

Plotseling was er deze week een doorbraak in de technische opzet van de landelijke Gebroken Kolom. Lees verder.

donderdag 24 november 2011

Adieu ‘KuZ’, welkom magazine ‘Vrijmetselarij’

door: Paul Marselje, hoofdbestuurslid

Paul Marselje
De tijd staat niet stil. De maatschappij verandert en daarmee de context waarbinnen de vrijmetselarij een plek heeft. Dat vraagt soms om herbezinning op hoe, wanneer en met welke boodschap de Orde van Vrijmetselaren en de Loges naar buitentreden. Het hoofdbestuur van de Orde heeft zich hierover gebogen en een aantal beslissingen genomen. Eén daarvan is dat het Orde-magazine ‘KuZ’ een andere naam krijgt, een vlag die de lading moet dekken, zowel voor leden als voor niet leden. Die naam is kortweg ’Vrijmetselarij’ geworden. In december verschijnt het eerste nummer onder die naam en dat is ook nog eens een heel bijzondere uitgave.

Zeer boeiend decembernummer
Het decembernummer is bedoeld voor niet-vrijmetselaren, maar daarom zeker niet minder interessant voor de leden. Jaarlijks zal er zo’n voorlichtingsnummer verschijnen. In deze editie staan algemeen voorlichtende artikelen, maar ook korte interviews met Meesters, Gezellen en Leerlingen. Boeiend zijn verder de uitvoerigere interviews met Rabijn Soetendorp, ethica Heleen Dupuis, soefist Johan Witteveen, bisschop Bähr en Grootmeester Willem Meijer. Zij gaan allen in op de vrijmetselarij in verhouding tot hun eigen overtuiging.

Nooit weggooien!
Jaarlijks zal er voortaan zo’n voorlichtingsnummer verschijnen als nu in december. Maar dan voorafgaand aan de tweede zaterdag in september die voortaan de ‘Dag van de vrijmetselarij’ heet. Ieder jaar zal er voor zo’n dag een thema worden gekozen waarmee men naar buiten kan treden. Binnenkort zal daarover meer bekend worden. Al weer sinds enige tijd kan iedereen zich abonneren op het blad, ook niet-leden dus. De inhoud gaat daar ook steeds meer vanuit. Het hoofdbestuur hoort steeds vaker dat leden het blad bij kapper of tandarts op de leestafel laat liggen en heeft daar geen moeite mee.

zondag 6 november 2011

Een verhaal over…. vrijmetselarij!

november 6th, 2011 

 
Auteur: Frits Otten

Een kleine twee weken was er een avond voor belangstellenden. Zo’n avond is altijd inspirerend. Voor de bezoekers maar zeker ook voor ons. Een serie van bekwame sprekers en ik mocht ook wat zeggen. Hoewel ‘mijn’ thema eenvoudig lijkt (vrijmetselarij in feiten) en dat misschien ook is, probeer je er op zo’n avond natuurlijk wel iets van te maken. Ik heb niet alles uitgeschreven. Mijn lezingen zijn deels uit de ‘losse’ pols. Ik vond het toch aardig om ze te delen.
Lang, lang geleden reisde zenmeester Joji door de Kobevallei. Op een dag zag hij een man aan het werk in een steengroeve. Nieuwsgierig liep hij op de arbeider toe en vroeg hem wat  hij aan het doen was. De man keek niet op en gromde: ‘Dat zie je toch, ik hak stenen.’ Joji vervolgde zijn weg. Na enkele uren kwam hij opnieuw langs een steengroeve en zag ook daar een man aan het  werk, omgeven door een grote berg stenen. Joji vroeg hem naar de aard van zijn arbeid. De man keek op, glimlachte en zei: ‘Ik hak stenen in deze steengroeve en daarmee voed ik mijzelf en mijn gezin.’ Joji bedankte hem en ging heen. Toen de zon op haar hoogste punt was aangekomen, zocht Joji de schaduw op van een derde steengroeve. Ook daar was een man aan het werk, omgeven door nog hogere stapels stenen. Ook aan deze vroeg Joji wat hij aan het doen was. De man stond op, bood zijn gast een koele dronk aan, en zei: Ik neem het gesteente uit deze groeve en vorm het om tot bouwstenen. Met het geld dat ik daarmee verdien voed ik mijzelf, mijn gezin en mijn schoonfamilie die bij mij is ingetrokken. Maar als u echt wilt weten wat ik doe, moet u nog twee dagen verder reizen. Daar bouwen ze met mijn stenen een prachtige, heilige tempel.’

Wat is vrijmetselarij?

  1. Vrijmetselarij is sociaal gebeuren en een levenshouding.
  2. Het is geen religie en geen praatgroep, en haar opdracht kan niet worden vergeleken met een serviceclub (denk aan Lions International, Rotary of de Ronde Tafel) of een politieke vereniging.
  3. Vrijmetselarij brengt mensen samen, van verschillende sociale, professionele en ideologische achtergronden die elkaar een paar keer per maand in een speciaal daarvoor ingerichte ruimte ontmoeten. Op andere ogenblikken zouden deze mensen nooit op zo een persoonlijke manier met elkaar in contact komen.
  4. Symbolische handelingen en rituelen hebben tot doel de broederband tussen deze individuen te smeden.
  5. Het spel van rituelen en voordrachten over intellectuele en spirituele thema’s bieden de vrijmetselaar de mogelijkheid zichzelf uit te diepen.
  6. Het lidmaatschap van een loge meer dan het betalen van lidmaatschapsgeld en het regelmatig bijwonen van de bijeenkomsten: het is een emotionele uitlaatklep en een betrokkenheid dat ook invloed heeft in de dagelijkse bezigheden.
  7. Wat de vrijmetselaar in de loge leert of opvangt zal hij in principe ook uitdragen in zijn ‘profaan’ leven: verdraagzaamheid, zelfkritiek, sociale betrokkenheid, verwerping van dogma’s, luistervaardigheid en het steeds op zoek gaan naar waarheid.
In 2007 begint de IKON documentaire (kundig gemaakt door Annemarie van Zweden) over vrijmetselaars als volgt: De vrijmetselaars, wat is het voor een club en waarom zou je erbij willen. Haar geheimzinnige beslotenheid leidt tot wilde speculaties. Vanavond openen zij de deur van hun tempel voor even. Met Mysterie van de Vrijmetselarij. Bestaat het, en als dat zo is: wat is dat mysterie dan?
  • De vrijmetselarij is ontstaan in 1717 in Engeland uit gildes van kathedralen bouwers.
  • Het is een inwijdingsgenootschap.
  • De mannen komen in loges bijeen en ze nemen passer en winkelhaal als symbolen naar de juiste verhoudingen in het leven.
  • Samen werken ze aan zichzelf.
  • Door middel van vaste rituelen proberen zij zich te vormen van ruwe steen tot zuivere kubiek.
  • Overal ter wereld zijn ordes van vrijmetselaren.
  • De grootste Nederlandse orde is uitsluitend voor mannen en telt ongeveer 6500 leden verdeeld over 165 loges.
  • Hoewel de Nederlandse Orde in vergelijking met 20 jaar geleden kleiner is geworden, blijft haar aantrekkingskracht bestaan.
Wat is het nut van symboliek, van rituelen?
Misschien is het kenmerk van symboliek wel dat het betekenis krijgt bij degene die er mee omgaat. Symboliek werkt op het individu. Het hangt heel erg van de ontvanger van het symbool af. Je zou kunnen zeggen: symboliek of symbolische handelingen is net zoiets als kunst: ze werken ook aan de verbeelding. En hoe iemand dat begrijpt, dat is voor iedereen anders.  Bij symboliek gaat het juist ook om de kracht van de herhaling: Het zijn symbolen of rituelen (wij zeggen: ritualen) die altijd hetzelfde zijn. Altijd. En naarmate je dat vaker ziet, vaker meebeleeft ga je steeds meer zien. Het komt als het ware steeds meer dichterbij. Begint steeds meer te leven.  Zijn wij eer leerschool? Misschien: Het leren doe je in ieder geval onderweg. Niet zozeer om ergens uit te komen. Doel is dus niet de bestemming, want die is voor iedereen weer anders. Denk aan de beleving die ik heb genoemd bij nationale symbolen. Het gaat om de reis en de zaken die je daar zelf uithaalt. En de kracht daarvan, de beleving, neemt toe naarmate je dat meer herhaalt.

Is zien begrijpen?

Als je probeert te begrijpen wat je ziet dan heb je een probleem. Het is zien, handelen en begrijpen. Zien is zien, maar niet per definitie begrijpen. Alles wat er in een loge te zien is, is al gezien of te vinden. Maar het werkelijk beleven, dat is natuurlijk heel anders. En vanavond laten wij veel zien. En kunnen jullie veel opmaken uit de dingen die hier gezegd en getoond worden.Matheus 13
Al ziende zijn de blind
Al horende zijn ze doof
Dat is overigens helemaal geen waardeoordeel. Maar uiteindelijk gaat het om het meebeleven.  En dat ‘meebeleven’ gaat natuurlijk alleen weken door mee te doen.De vrijmetselarij kent drie plichten:
De plicht naar jezelf
De plicht naar je medemens
De plicht naar de wereld.En waar staan wij dan voor: Vrijheid van denken, vrijheid van spreken, respect voor verschillen, harmonie tussen mensen.

dinsdag 26 juli 2011

Verklaring van de Grootmeester nav Oslo

 Woont u in de regio Den Haag of Zoetermeer, dan bent u van harte welkom in Den Haag op onze zeer inspirerende  lezing over vrijmetselarij met muzikale illustratie door Maarten Zweers . Gratis deelname. Voor meer info, klik hier >>
-------------------------------------------------------------

(Red: zie ook :'Anders Breivik geen goede vrijmetselaar')


Verklaring naar aanleiding van Oslo
25 juli 2011


Grootmeester WillemMeijer

Vrijmetselaren zijn -net als hun medeburgers- diep geschokt door de gewelddadige gebeurtenissen in en nabij Oslo op 22 juli jl. Afgrijzen van de moordpartijen. Onbegrip voor de denkwereld van de dader en voor de consequentie die deze heeft verbonden aan zijn verwarde overtuiging. Die zou -naar diens eigen zeggen- bestaan uit een mengsel van christenfundamentalisme, haat jegens moslims en ideeën ontleend aan… de vrijmetselarij. Fantasieën over een persoonlijke taak als ‘tempelridder’, als militair en drager van ‘gezag’, uitmondend in een ‘verkleedpartij’ en een orgie van geweld.

Waarom een reactie van de kant van Nederlandse vrijmetselaren, terwijl vermoedelijk kerk noch leger zich aangesproken voelt om te reageren op de misdaden van een ontspoorde eenling, die zich als lid van een organisatie bekend maakte of zich als zodanig voordeed?

In de loop van haar bestaan –sedert ongeveer 1700- is de vrijmetselarij vaak ‘verdacht’ van de meest afschuwelijke zaken, met name door totalitaire regimes en door autoritair en door streng dogmatische kerkgenootschappen. De leiders van die kerken en staten hadden vanuit hun beperkte gezichtspunt gelijk: het openstaan voor uiteenlopende overtuigingen en het wars zijn van theologisch (en politiek) gekissebis maakten de Loges tot vrijplaatsen voor zelfstandig nadenken en zelfontplooiing. Gevaarlijk en bedreigend voor dogma’s en dictators derhalve.
Het uitroeien van vooroordelen is lastig, zeker als die het gevolg zijn van een langdurig proces van indoctrinatie. Misverstanden zijn hardnekkig en de tegenwerking en vervolging van orthodox kerkelijke of politiek dictatoriale zijde heeft vrijmetselaren zelf ook voorzichtig gemaakt: het verwijt van geheimzinnigdoenerij was en is daardoor soms terecht. Daardoor werd -en wordt soms nog- de aandacht afgeleid van de werkelijkheid. Die werkelijkheid is dat vrijmetselaren elkaar gevonden hebben in een serieus ‘spel’ – dat zij inderdaad niet aan de grote klok hangen- en zij hebben elkaar evenzeer gevonden in hun mensvriendelijke overtuiging en sociale karakter.

Vrijmetselaren wijzen het tegen elkaar opzetten van mensen af en juichen een houding als ‘behandel een ander zoals u wilt dat u geschiedt’ uitdrukkelijk toe. Een paar citaten uit artikel 1.1 van de grondwet van de Nederlandse orde van vrijmetselaren:
“De vrijmetselaar zoekt op wat mensen verbindt en tracht weg te nemen wat hen verdeelt, opdat het ideaal van een allen verbindende broederschap gestalte kan krijgen.”
“De vrijmetselaar erkent de hoge waarde van de menselijke persoonlijkheid, de gelijkwaardigheid van de mensen, ieders recht om zelfstandig te zoeken naar waarheid en ieders eigen verantwoordelijkheid voor zijn doen en laten.”


Ook stelt diezelfde beginselverklaring duidelijk dat een vrijmetselaar gehoorzaamheid verschuldigd is aan de wetten des lands.
Het gaat de vrijmetselaar niet alleen om de eigen ontplooiing, maar ook om de daarvan te verwachten positieve effecten op zijn omgeving en op de samenleving waar hij deel van uitmaakt. Hoewel er inhoudelijke verschillen bestaan tussen de verschillende organisaties van vrijmetselaren in de wereld –steeds ingebed in de geschiedenis van hun landen- delen zij toch allen de hierboven omschreven humanitaire instellingen en doelen.

Hoe men vanuit die denkwereld de sprong zou kunnen  maken naar moord in koelen bloede laat zich nauwelijks uitleggen…. Alleen een psychisch disfunctioneren van de dader kan als verklaring dienen. Natuurlijk kan de vrijmetselarij –net zo min als andere volstrekt geweldloze en het menselijk welzijn beogende genootschappen en kerken – niet voorkomen dat een kwaadwillende ‘lone wolf’ binnendringt en -geheel tegen de nobele bedoelingen in van de betrokken organisatie- groot onheil aanricht.
Het in één lijstje noemen van vrijmetselaren enerzijds en christenfundamentalisten en moslim-jihadisten anderzijds, zoals een terrorisme expert van de Leidse universiteit dat in het NOS-journaal presteerde, doet ernstig onrecht aan vrijmetselaren en hun verenigingen. Laten wij zorgvuldigheid betrachten in onze gedachtewisselingen… Juist ook om ´Lone wolves’ zo weinig mogelijk kansen te geven om verkeerde conclusies te trekken.

Maar nu moet er vooral aandacht zijn voor de slachtoffers van de verschrikkelijke aanslagen in Noorwegen en voor hun naasten. En blijf bijdragen aan een open samenleving, hoe kwetsbaar die ook is!

Willem S. Meijer,
Grootmeester
Orde van Vrijmetselaren

woensdag 20 juli 2011

Doet u (ook) in het oosten kennen als vrijmetselaar


De vrijmetselarij was gedurende 200 jaar actief in Indonesië en werd in 1962 verboden. Echter, er zijn nog vele vrijmetselaars in Indonesië. Ze lezen KUZ (red: vrijmetselaarstijdschift Ken U Zelve) en hun hoogste prioriteit bij een bezoek aan Nederland, is het deelnemen aan de maçonnieke arbeid.
Hans en Evert

Op de foto links: Hans de Hartog van de loge Hiram Abiff (Den Haag), en rechts: Evert Halbesma, loge Moed en Volharding (Assen). Beiden (en met hen vele anderen) hopen vurig dat de vrijmetselarij weer in Indonesië zal terugkeren.

De redenen voor het verbod (zo die al gegrond waren) zijn niet meer relevant (zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Vrijmetselarij_in_Nederlands-Indië). Om echter de vrijmetselarij weer mogelijk te maken in Indonesië is het niet zinvol om individuele acties te ondernemen. Het zal een initiatief op het niveau van Hoofdbestuur moeten zijn om de droom van vele vrijmetselaars in vervulling te doen gaan...

Met hoopvolle en broederlijke groet,
Hans de Hartog

donderdag 7 juli 2011

Relatie Vrijmetselarij met de maatschappij.

 Bron: http://www.glb.be/NL/maatschappij.htm


Wat is de relatie van de Vrijmetselarij met de Maatschappij?


Alle Menschen werden Brüder



De Vrijmetselarij beoogt de broederlijkheid onder alle mensen, en de vervolmaking van de mensheid.
Het is echter niet de Vrijmetselarij zelf die maatschappelijke acties onderneemt, maar de individuele vrijmetselaar, op basis van eigen inzichten, intuïties en geweten. Deze verschillen van vrijmetselaar tot vrijmetselaar.
De Vrijmetselarij zelf werkt door haar symbolische methode aan de vervolmaking van de wijsheid en de innerlijke kracht van de Vrijmetselaars om zo tot een betere wereld te komen.

Aangezien elke vrijmetselaar persoonlijke opinies heeft, kan en mag de Vrijmetselarij geen standpunten innemen namens haar leden.
Mensen die goed samenwerken in verenigingen bouwen een vertrouwensrelatie op. Dat is in de Vrijmetselarij niet anders. Die vertrouwensrelatie tussen vrijmetselaars zorgt er vaak voor dat ze elkaar vinden om samen een maatschappelijke actie te voeren, zoals een filantropische. Maar ook zij doen dat niet namens de Vrijmetselarij, en hun actie is niet als maçonniek te bestempelen. Meestal zijn trouwens ook niet vrijmetselaars bij de initiatieven betrokken.
We onderzoeken hieronder enkele veel voorkomende vragen.

Wat is de relatie tussen de Vrijmetselarij en de religies?
Wat is de relatie met de katholieke kerk?
Wat is de relatie met de vrijzinnigheid?
Waarom is de Vrijmetselarij discreet?
Wat is de relatie met de politiek?
Wat is de relatie met filantropie?
 

Wat is de relatie tussen de
Vrijmetselarij en de religies?

De Vrijmetselarij zelf is geen parallelle godsdienst of een substitutiegodsdienst: de Vrijmetselarij kent immers geen heilsleer, geen sacramenten...
De vrijmetselaar gebruikt de maçonnieke methode om essentiële antwoorden te zoeken zoals op vragen naar goed en kwaad, vragen naar zingeving enz...
De Vrijmetselarij beschouwt zichzelf niet als een concurrent van religies en filosofieën die antwoorden geven. De Vrijmetselarij staat immers aan de kant van de vraag.De moderne Vrijmetselarij is ontstaan in het begin van de 18de eeuw in een klimaat van godsdienstoorlogen en -twisten. Van in het begin heeft de Vrijmetselarij mensen verenigd van verschillende religieuze overtuigingen die bruggen wilden bouwen naar andersdenkenden.
In de pluralistische Vrijmetselarij, waar ook de Grootloge toe behoort, zijn alle religieuze en filosofische strekkingen toegelaten. Ook mensen die niet behoren tot een religieuze of levensbeschouwelijke groepering zijn er lid.
Wel wordt steeds vereist dat de Vrijmetselaar verdraagzaam openstaat voor de mening van de andere, en deze actief betrekt in zijn eigen zoektocht.  Wie het antwoord kent op de levensvragen heeft immers niets te zoeken in een vereniging voor wie het zoeken het hoofdkenmerk is. Aanhangers van integristische strekkingen in religies en ideologieën hebben dus geen plaats in de Vrijmetselarij. Daarenboven, indien een integrist de ander wil overtuigen van zijn gelijk, dan gaat deze in tegen de maçonnieke methode. Bekeringsijver is niet maçonniek.
Tegenover leden van integristische strekkingen staan leden van humanistische strekkingen. Deze delen een sokkel van gemeenschappelijke waarden zoals
respect voor de Rechten van de Mens
waaronder de gelijkwaardigheid van alle mensen, en zeker tussen man en vrouw
respect voor de Vrije Meningsuiting
scheiding van Kerk en Staat
Vrijmetselaars zijn ook gevoelig dat ook in het gewone leven ontmoetingen mogelijk zijn tussen verschillende levensovertuigingen.

Wat is de relatie met de katholieke kerk?

Bij de oprichting van de Vrijmetselarij waren katholieken aanwezig in de loges. De Vrijmetselarij was nog maar enkele decennia oud, toen de paus in 1738 de katholieken excommuniceerde die ook vrijmetselaar waren. Deze maatregel werd tot tweemaal herhaald. De eerste excommunicatie gebeurde via een pauselijke bull, een vorm die zowel werd gebruikt voor geestelijke als wereldlijke communicaties. De Paus was toen immers nog wereldlijke heerser over de pauselijke staten in Italië, een gebied dat veel groter is dan het huidige Vaticaanstad. Het hoofdmotief lijkt toen politiek geweest te zijn: discrete genootschappen die zich beriepen op een geheim schenen een gevaar voor de staatsveiligheid.
Een spoor vindt men hiervan terug in de artikels uit het kerkelijk recht dat de excommunicatie van de katholieke vrijmetselaars bevatte. Het artikel uit 1917 excommuniceert diegene die lid zijn of meewerken aan de Vrijmetselarij of andere gelijkaardige verenigingen die tegen de kerk complotteren. In 1983 verandert het kerkelijk recht. De Vrijmetselarij wordt niet meer bij naam genoemd. Er blijft enkel de verwijzing naar het toetreden tot verenigingen die tegen de kerk ageren. De Vrijmetselarij ageert uiteraard niet tegen de kerk, maar de vrijmetselaars blijven gevoelig aan integristische tendensen, en aan de mogelijke vermenging van kerk en staat.
Omwille van de politieke aspecten van de pauselijke bull, werd die in veel landen weinig toegepast. Zo waren er rond het jaar 1800 in België ook katholieke geestelijken vrijmetselaar, en zelfs een bisschop. In 1837 is er een brief van de Belgische bisschoppen die de katholieken verplicht uit de Vrijmetselarij treden. De klerikale tendens domineert in de katholieke kerk, d.w.z. de tendens om de scheiding tussen kerk en staat terug te draaien. Van de weeromstuit blijven diegene die niet akkoord gaan met het klerikalisme over in de Vrijmetselarij. Op dat ogenblik zijn er in het jonge België nog geen politieke partijen zoals we die vandaag kennen. De Vrijmetselarij wordt zo de facto het politieke centrum van wie niet tot de klerikalen behoort. De Vrijmetselarij wordt zo ook de kern van de liberale partij "avant la lettre". Deze situatie is analoog in andere katholieke landen in Europa. Slechts in de tweede helft van de 19de eeuw ontstaat de liberale partij als dusdanig, en daarna de socialistische. Ook de vrijzinnige levensbeschouwing organiseert zich in eigen organisaties. Daardoor kon de Vrijmetselarij in België zich weer gaan concentreren op haar eigenlijke missie: de zoektocht van de mens. De maatschappelijke actie gebeurt sedert dan weer op de passende fora. De oprichting van de Grootloge van België in 1959 past in het benadrukken van het zoeken, en de symbolische methode.
 
Kan een katholiek Vrijmetselaar worden?
In 1983 verklaart de congregatie voor de geloofsleer o.l.v. kardinaal Ratzinger, ondertussen Paus Benedictus XVI, dat de schrapping van de expliciete vermelding van de Vrijmetselarij uit het canoniek recht niet betekent dat het negatief oordeel van de kerk veranderd is. Dat belet niet dat in veel landen de lokale kerkelijke overheden een veel toleranter houding hebben ontwikkeld tegenover de Vrijmetselarij. (Zie ook de website van het Vaticaan over dit onderwerp)
Voor de Vrijmetselarij is het aan de katholiek die vrijmetselaar wil worden om zelf uit te maken of de principes van de Vrijmetselarij tegen zijn godsdienstige overtuiging in gaan, en in welke mate hij zich dan (nog) katholiek noemt. Voor de Vrijmetselarij volstaat het dat de kandidaat zoekend is in volle persoonlijke vrijheid en eer en geweten, m.a.w. dat de humanistische kant aanwezig is, niet de integristische.

Wat is de relatie met de vrijzinnigheid?

Vrijzinnigheid en Vrijmetselarij hebben zowel belangrijke gelijkenissen als verschillen.Gelijklopend zijn:
De eerbied voor de mens en de verdediging van zijn lichamelijke en geestelijke waardigheid;
De erkenning van de mens als zingever, en als schepper en drager van morele waarden;
De noodzaak van het beklemtonen van de sociale verantwoordelijkheid als tegenhanger van de individuele autonomie.
Het vrij onderzoek als methode voor het zoeken naar waarheid teneinde een antwoord te vinden op vragen die de mens zich in zijn concrete werkelijkheid kan stellen omtrent de zin van zijn bestaan, de gemeenschap, zijn leefmilieu, de natuur en de kosmos.
Maar de Vrijmetselarij neemt zelf geen standpunten en is evenmin een kanaal langs waar leden hun stem laten horen of acties nemen.
Het is dus belangrijk vrijzinnigheid en Vrijmetselarij te onderscheiden.
In het Frans is de kans op verwarring nog groter, omdat de term 'laïcité' er twee betekenissen heeft:
  1. Scheiding van kerk en staat. Dit is een principe dat de Vrijmetselarij ook ondersteunt.
  2. Vrijzinnigheid. Dit is de gemeenschap van vrijdenkers, gebaseerd op een niet confessionele levenshouding.
Zie ook:

Waarom is de Vrijmetselarij discreet?

Het algemeen principe is dat Vrijmetselaars zichzelf mogen kenbaar maken, maar nooit de maçonnieke identiteit van een broeder of zuster mogen vrijgeven. Waar heeft dit mee te maken? Hieronder geven we enkele belangrijke verschillende perspectieven.

Fundamentele redenen

Persoonlijke levenssfeer
 
De Vrijmetselarij is een innerlijke arbeid op en in zichzelf. Men komt er in contact met het eigen licht, maar ook met de eigen duisternis. Het is een plaats van zoeken en twijfelen. Dit is anders dan in de dagelijkse wereld waar men vaak sterk en zelfverzekerd moet zijn. In het zoeken en twijfelen is men kwetsbaar. Daarom gebeurt de maçonnieke arbeid in privé-groepen, in een geborgen sfeer van Broederliefde.
 
Arcanen
Arcanen zijn de cruciale elementen van de inwijdingen meegedeeld en die de inwijdeling diep raken en zo een krachtige persoonlijke groei bevorderen. Om deze impact te bewaren publiceren wij geen arcanen.
 
Geheim
Het "Geheim van de Vrijmetselarij" bestaat in de unieke onmededeelbare ervaring die de inwijding, de maçonnieke arbeid en de broederliefde met zich te weeg brengen. Je kan het vergelijken met het eten van een aardbei: geen enkele tekst kan de ervaring van de smaak oproepen bij wie de aardbei nog niet gegeten heeft.De maçonnieke ervaring heeft zeker niet het monopolie van dergelijke onmededeelbare ervaringen. Denken we aan de ervaringen bij het reizen in vreemde streken, of de vereniging met de geliefde...
Beslotenheid
Net zoals in andere verenigingen en vennootschappen is er een interne keuken, en deze blijft binnen de groep
 
Nederigheid
Vrijmetselaar zijn is geen kwaliteitslabel om mee uit te pakken.
 

Redenen eigen aan onze maatschappelijke
en historische context

Voorzichtigheid
Steeds doorheen de geschiedenis zijn vrijdenkende mensen vervolgd door totalitaire regimes, zowel van links (Stalin...) als rechts (Hitler, Franco, Salazar...).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Vrijmetselarij in België door de Nazi's onmiddellijk verboden. Veel vrijmetselaars ondergingen hetzelfde droeve lot als Joden, zigeuners... Deze herinnering staat nog in het geheugen van veel (oudere) vrijmetselaars gegrift. Het is een belangrijke verklaring waarom in landen die dergelijke regimes hebben gekend, de Vrijmetselaars zich minder bekend maken.
 
Belgische
cultuur
De Belg is van cultuur nogal discreet: "pour vivre heureux, vivons cachés". Het behoort niet tot onze gewoontes om vrijuit te vertellen voor wie stemmen, hoeveel we verdienen, wat onze filosofische overtuiging is... Dit verklaart voor een deel waarom in België minder Vrijmetselaars zich kenbaar maken.
 

Misverstanden

Geheimen van
het vak
Tot in de 17de eeuw hadden de gilden, zoals die van de metselaars, vakgeheimen die om evidente economische redenen niet mochten verteld worden. Er werd een eed op gezworen en er waren zware straffen voorzien voor de meinedige. De Vrijmetselarij kent geen vakgeheimen.
 
Verborgen geschiedenis
Er is steeds een literatuur geweest die op zoek gaat naar verborgen feiten die de "ware geschiedenis" zouden weergeven. Soms wordt dan de Vrijmetselarij ten tonele gevoerd als een midden waar die verborgen feiten doorgegeven worden. Daar is uiteraard niets van aan.
 
Verborgen
raadsel
Sommigen denken dat de maçonnieke symboliek een raadsel is dat moet gedecodeerd worden, en waaruit dan een kennis volgt die in woorden is te vatten. Ook dit klopt niet. Zoals reeds gezegd zit het geheim in de persoonlijke inzichten en ervaring. Er zijn evenveel decoderingen als er vrijmetselaars zijn, en deze evolueren tijdens het innerlijke groeiproces van de Vrijmetselaar. Het is wel een feit dat men in dictatoriale regimes vaak concrete kennis en feiten verhuld heeft in allegorieën en metaforische verhalen. Een gekend voorbeeld zijn de fabels van Lafontaine, waar de verschillende dieren wel degelijk geïnspireerd zijn op bestaande machthebbers. Maar de Vrijmetselarij bedient zich hier niet van.
 
Affairisme
Een van de hardnekkigste vooroordelen tegen de Vrijmetselarij is dat het een haard is van complotten en affairisme. Een zeldzame keer zijn er incidenten geweest waarbij malafide mensen in de Vrijmetselarij zijn geïnfiltreerd, zoals de beruchte P2  in Italië. De Vrijmetselaars zijn zelf de eersten om dergelijke fenomenen te beschouwen als een aberratie en een misbruik van hun maçonnieke idealen. Het intern maçonniek juridisch systeem sluit dergelijke malafide personen uit. In elk geval, wie denkt een invloedrijk netwerk te vinden in de schoot van de Vrijmetselarij vergist zich.

Samenvattend is de discretie van de vrijmetselaar inherent aan de persoonlijke levensfeer. De maatschappelijke en historische context maakt dat veel vrijmetselaars extra voorzichtig zijn om zich bekend te maken. Daarom neemt het zich bekend maken als vrijmetselaar slechts traag toe. Met initiatieven als deze site hoopt de Vrijmetselarij de misverstanden en vooroordelen te verminderen. Laat op zijn minst "onbekend is onbemind" geen redenen zijn om tegen de Vrijmetselarij te zijn.

Wat is de relatie met de politiek?

In de Vrijmetselarij stellen mensen zich vragen en zoeken ze naar een antwoord. Dit antwoord is per persoon verschillend en tijdelijk.
Er zijn wel politici vrijmetselaar, maar dat is ook voor hen iets persoonlijks.

Het in verband brengen van de Vrijmetselarij met de politiek is enkel historisch te verklaren. Zoals reeds beschreven was de Vrijmetselarij in de negentiende eeuw een grote politieke speler geworden als de tegenpool van de katholieken. Doordat er nog geen algemeen stemrecht was, was politiek ook een bedrijvigheid voor een kleine elitaire groep. Maar door de oprichting van de politieke partijen en de georganiseerde vrijzinnigheid kon de Vrijmetselarij die politieke rol van zich afzetten, en kon ze zich weer volledig concentreren op haar oorspronkelijke missie: een methode en een plaats voor zoekende mensen van verschillende levenbeschouwelijke strekkingen. Het politiek imago bleef evenwel hangen.

Wat is de relatie met filantropie?

Vanuit haar maatschappelijke bewogenheid is het belangrijk dat vrijmetselaars aan filantropie doen, en dan doen zij ook, maar de Vrijmetselarij zelf is geen filantropische vereniging.
De Vrijmetselarij is dus ook geen serviceclub, maar je vindt er ook vrijmetselaars zoals in zoveel verenigingen met een maatschappelijk doel. Overigens stonden vrijmetselaars aan de wieg van Rotary in 1905 in Amerika. Dit illustreert dat individuele vrijmetselaars wel maatschappelijke acties ondernemen, maar niet de Vrijmetselarij als organisatie.
 
------------------------------

dinsdag 5 juli 2011

Vrijmetselaren delen kennis en ervaring.

Auteur: Rudolph Kroon, Loge L'Union Frédéric O:. Den Haag



Hoera, de boreling is er.

Vanavond een kleine "roti-conferentie" bij mij thuis gehad met Frits Otten (Loge Pythagoras O:. Zoetermeer) en Jan Lubbelinkhof (Loge Anna Paulowna, O:. Zaandam.). 
Eerst wijn en een lekkere roti en toen knalde de creativiteit er uit. Ons kindje is geboren. Klein maar vol groeipotentie. Hoe de kleine heet, houden wij nog even geheim. Het is een  "wolk" van een database waarin wij bouwstukken/lezingen gaan verzamelen die vrijmetselaren in den lande gehouden hebben binnen hun loge. 




Waarom zo verheugd?


Vrijmetselaren houden de mooiste lezingen ("bouwstukken" noemen wij die) binnen hun loge, maar daarna verdwijnen de bouwstukken veelal in de vergetelheid. Zonde, vinden wij dat. Zonde van het vele werk dat er in gezeten heeft en zonde dat vrijmetselaren van andere loges geen kennis kunnen nemen van die mooie bouwstukken. Die bouwstukken zouden ook andere vrijmetselaren weer kunnen inspireren tot het maken van eigen bouwstukken.  Door die bouwstukken onderling te delen via het internet/intranet  bouwen we als het ware op elkaar voort. 

Alleen voor vrijmetselaren?


Deels wel en deels niet. Ieder vrijmetselaar kan zelf bepalen of zijn bouwstuk door iedereen of alleen door vrijmetselaren gelezen mag worden. Sommige  "geheimen" geven wij natuurlijk alleen maar prijs aan ingewijden. Het is niet anders. (Maar natuurlijk kunt u zich voor het lidmaatschap aanmelden). Maar wij hopen  wel dat veel vrijmetselaren hun bouwstukken vrij willen geven voor iedereen. 


Feestelijke lancering


De database bevindt zich nog in "couveuse". De eerste 50 bouwstukken hebben we al en daarmee wordt de site van zijn eerste inhoud voorzien. Maar ook de lay-out, de organisatie, de strategie van invoering, de klantvriendelijkheid, de beveiliging, de planning etc, zijn weliswaar op hoofdlijnen vanavond vastgesteld, maar moeten nog nader uitgewerkt worden. De kennis, de creativiteit en de vastberadenheid om dit landelijke initiatief tot een succes te maken zijn ruimschoots voorhanden. Wij verwachten de pilot in september  2011 afgerond te hebben en dan "life" te kunnen gaan. Vervolgens zal het initiatief zich landelijk verspreiden en zullen meer loges of individuele vrijmetselaren gaan aanhaken.  

Oproep

Als er vrijmetselaren onder u zijn die al in deze pilotfase hun bouwstukken beschikbaar willen stellen, zouden wij ons zeer vereert voelen. U kunt uw bouwstuk(ken) mailen  naar rvb.kroon@gmail.com.

Houdt deze site in de gaten voor verdere ontwikkelingen.



Rudolph Kroon


























donderdag 23 juni 2011

nieuws: Vrijmetselarijloge schenkt bedrag bibliotheekboeken

woensdag 22 juni 2011
Zwolle - Een onderafdeling van de Vrijmetselarij loge te Zwolle schenkt een gift aan leerlingen van de Ambelt, onderwijsinstelling voor Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs. Twee locaties van de Ambelt in Zwolle, de Oosterenk en de Herfterlaan, ontvangen beide een bedrag van 500 euro voor nieuwe boeken voor de schoolbibliotheek. Het bedrag wordt donderdag 23 juni overhandigd door twee leden van de vrijmetselarij loge op de beide Ambelt-locaties.
Lees verder.

woensdag 15 juni 2011

POSTMODERNE SPIRITUALITEIT

vrijmetselarij Den Haag


Auteur: Piet Romeijn, juli 2006


Dit artikel geeft een schets van de spiritualiteit in de laatste halve eeuw en probeert iets vooruit te kijken. Waarom? Als denkstof voor de vraag of we in ons eigen leven, en dus ook in de vrijmetselarij, nog 'bij de tijd zijn'. Ik geloof dat ik niet hoef te onderbouwen dat de samenleving flink is veranderd. De postmoderne filosofie is daar een afspiegeling van; nagenoeg alles wordt ter discussie gesteld. Ik gebruik de term 'postmodern' voor de laatste halve eeuw; de paar eeuwen daarvóór worden in de filosofie meestal 'modern' genoemd.

Wat is spiritualiteit?
Definities van het begrip spiritualiteit zijn talrijk, vaak verschillend en soms controversieel. In dit verhaal betekent het:
de bron van alle stromingen en bewegingen waarin mensen zoeken naar zingeving, naar moraliteit of naar antwoorden op levensvragen.
Dat is een hele ruime definitie. Ik zie spiritualiteit dus als een bron. Waaruit vele stromingen ontspringen. Denk b.v. aan een rijtje als religie, godsdienst, geloof, levensbeschouwing, esoterie, mystiek, ideologie, cultus en magie. Vele daarvan claimen patent op hun waarheid, en verguizen andere stromingen. Een vrijmetselaar doet dit niet, zelfs niet als hij van bepaalde stromingen een afkeer heeft. Vrijmetselarij is een vorm van spiritualiteit, maar de islam, Jehova's getuigen, New Age en de Winti van de Surinamers ook. De tijd dat een hele samenleving dezelfde vorm van spiritualiteit moest hebben is gelukkig voorbij, en dat is in mijn ogen een kostbare verworvenheid. Evenals de vrijheid die ieder heeft om de bron in zichzelf of buiten zichzelf te zoeken.
Spiritualiteit is in mijn ogen een persoonlijke zaak. Zodra er iets van organisatie of collectiviteit aan te pas komt, ontstaat de (zo menselijke) neiging om meer nadruk te leggen op wat onderscheidt dan op wat vereent. En het gevaar van dogmatiek en fundamentalisme. 

Spiritualiteit is net zo oud als de mensheid zelf. De antropoloog Joseph Campbell beschrijft de 'hang naar het hogere' als een natuurlijke eigenschap van de menselijke soort, biologisch gefundeerd. Alleen de vormen verschillen naar tijd, plaats en cultuur. Ze variëren van mythologie, magie en sjamanisme, via godsdiensten en filosofieën tot wat New Age aan spiritualiteit bevat. De diepe drijfveer blijft gelijk. Dat de kerken in Nederland leeglopen komt omdat ze niet meer de vormen aanbieden die de mensen aanspreken, en omdat de individualist geworden gelovigen in het westen de dwang van de kerk niet meer accepteren.
Spiritualiteit wordt op vele manieren beschreven. Ik geef twee voorbeelden:

In een lezing voor de Weefsters (de vrouwelijke pendant van de vrijmetselarij) noemt Jacob Slavenburg Gnosis, Mystiek en Spiritualiteit in één adem. Hij noemt het Latijnse 'Spiritus' o.a. het eeuwig zijnde, maar dan niet statisch maar dynamisch, vergelijkt het met het uiterste godsbegrip Brahman bij de Hindoes, en dan niet alleen 'zijn', maar ook beweging. Je daarmee één voelen noemt hij de Unio Mystica, en dat is dan een uiting van spiritualiteit. Prachtig gezegd.
Als contrast citeer ik een paar fragmenten uit een artikel over Spiritualiteit van een zekere Luc Sala, dat ik een paar jaar geleden op het Internet vond op het zoekwoord 'spiritualiteit'. Ik kreeg ongelooflijk veel informatie op mijn beeldscherm, maar ik koos voor Sala terwille van het contrast. Ik citeer:
Spiritualiteit zien we, in tegenstelling tot religie, als een heel persoonlijke zaak. Het gaat om onze relatie tot wat we misschien God noemen, of de 'ultieme realiteit', het universum' of gewoon 'de natuur'. Misschien gebaseerd op wat we ooit ervaren hebben, misschien natuurlijk gegroeid uit een traditie, in ieder geval niet iets waar we heel makkelijk over praten. Het is meer een kwestie van voelen.(....) Het gaat allemaal om de relatie tussen wat je zelf denkt, voelt en ervaart en wat er buiten jezelf in de wereld gebeurt. Dat is het terrein van spiritualiteit, religie, godsdienst, magie of mystiek.(....) Spiritualiteit kom je overal tegen, al is het soms wat weggestopt. Maar wat gebeurt er nu allemaal op dat gebied? De ontkerkelijking gaat verder, klaagt men uit traditionele hoek, terwijl de New Age beweging aantrekt. De 'officiële' medici willen niets weten van psychoactieve frequenties, smart drugs en breinmachines, maar vanuit de 'scene' van de New Edge komen die dingen toch op de markt en gebruikers rapporteren dat ze niet alleen werken, maar hen bovendien tot diepere inzichten brengen. Hasj is verboden, drank mag en drugs zijn een sociaal probleem, maar steeds meer boeken gaan over de rol van dit soort middelen in spirituele tradities. Naast de nette' religies en stromingen is er een onderstroom, een tegenbeweging die steeds duidelijker voelbaar wordt. (einde citaat)

Ik bewonder Jacob Slavenburg als denker en als auteur, maar zijn proza kan qua begrijpelijkheid voor de gewone man niet tippen aan Sala's proza, los van de vraag wat je van de inhouden vindt. Slavenburg's tekst is mooi, maar zegt alleen iets voor reeds ingewijden. Sala's tekst is niets voor mij, maar wél voor iedere zoeker begrijpelijk, en is bovendien naar mijn smaak een geslaagde typering van postmoderne spiritualiteit. Het zijn haast twee verschillende talen. Welke moet de voorkeur krijgen als wij ons tot de hedendaagse samenleving richten? 

Status quo van de spiritualiteit in Nederland:
Ik heb veel gehad aan het boek In Stukken en Brokken, een publicatie van het onvolprezen Nederlands Gesprek Centrum. Tien wetenschappers geven daarin ieder hun eigen visie over de status quo van geloof en levensbeschouwing in Nederland. Ik zal er een paar van citeren, noodgedwongen sterk verkort. U moet even onthouden dat de auteurs niet als doel hadden de hedendaagse spiritualiteit te beschrijven, maar als centrale vraagstelling hadden of geloofstradities en traditionele levensbeschouwingen wel of niet hun tijd hebben gehad in Nederland.
Dr. H.M. Kuitert stelt het volgende: De kerken schijnen hun vitaliteit te hebben verloren. Met de grote politieke ideologieën is het nog erger gesteld. In één woord: malaise. Het postmodernisme stelt dat de Verlichting het Westen de das heeft omgedaan. De beloften van een maakbare wereld zijn niet nagekomen. De gevestigde religieuze oriëntaties zijn gelogenstraft door de gang van zaken zelf.
Toch is het niet alleen afbraak. Tegenover de verliezen van 'officiële' religieuze instituties staat een hausse van religieus gekleurd engagement. Een schaduwkant daarvan is het fundamentalisme. Je vindt dat overal, zelden puur religieus, bijna altijd als vlechtwerk van etnische, nationalistische en godsdienstige factoren:
(1) het zijn heel vaak uitingen van protest of oppositie tegen nieuwe (ook niet-religieuze) verschijnselen.
(2) het is vaak hang naar zekerheid in een chaotisch wordende wereld
(3) het wordt vaak misbruikt door machtbeluste individuen.
Fundamentalisme is niet productief in culturele zin. Maar het mag toch niet worden vereenzelvigd met de extreme, half politieke vormen die we momenteel bij de islam zien, aldus Kuitert.
Het nieuwe heeft ook een lichtkant: tegenover de terugloop van de kerken in Nederland ziet hij nieuwe bloei, zelfs wildgroei van levensbeschouwingen en religiositeit. Hij constateert dat de enkeling tegenwoordig zijn eigen religieuze pakket samenstelt met ingrediënten naar eigen keuze. Men zoekt dus wel degelijk religie, maar à la carte, zonder kerkelijk patent, en in grote diversiteit, en dat is een positief effect van het verdwijnen van de machtige traditionele monopolies. Hij is niet pessimistisch over de toekomst van onze samenleving. De versnippering van godsdienst en moraal sluit volgens hem nieuwe cohesie volstrekt niet uit.
Maar het is oppassen geblazen. Als iedere enkeling zijn eigen religie zoekt, wat voor goeroes zullen zich dan aandienen? Hoe voorkomen we dat een nieuwe rattenvanger van Hameln zich opwerpt of, omgekeerd, dat we uit overdreven zorg de mensen hun eigen verantwoordelijkheid afnemen met nieuwe ideologische machtsontplooiing? Angst voor fundamentalisme kan gemakkelijk tot machtsmisbruik leiden, maar angst voor vrijheid ook.
Dr. R. Kranenburg, predikant en docent aan de VU, beschrijft zijn vele pogingen tot revitalisering van zijn gemeente. Die waren tevergeefs, maar hij telde in Amsterdam óók liefst 26 kerkgenootschappen, die allemaal min of meer als pinkstergemeenten gezien kunnen worden. Hij verwacht dat het christelijk geloof zal blijven, maar met meer gewicht op een fundamentalistische geloofshouding, en dan in de ware betekenis van dat woord.
Omdat ik van mening ben dat het in het leven niet om het rechte geloof, maar om het rechte handelen gaat, ben ik geïnteresseerd in verbanden tussen spiritualiteit en moraliteit. Dr. de Hart van het Sociaal Cultureel Planbureau had goed nieuws. Hij signaleert namelijk dat de waarden waarnaar in Nederland geleefd wordt, tussen kerkelijken en niet-kerkelijken maar weinig verschillen. De kerken hebben daar kennelijk geen patent op. En, zo merkt hij droogjes op, eigenschappen als agressie, discriminatie en egoïsme die men tegenwoordig aan de borreltafel graag aan de secularisatie toeschrijft, zijn niet pas in 20e eeuw ontstaan.
Bij de huidige generaties is de ontkerkelijking naar zijn mening niet een gevolg van kritiek of ontevredenheid over kerk of geestelijkheid, maar eerder van eigen opvattingen van geloof, waarin de kerken nauwelijks nog een rol spelen. Godsdienst heeft zijn structurerende kracht voor het maatschappelijke leven verloren, maar het is nog lang niet zeker of dat ook het geval is voor het persoonlijke leven. Ook uit de bonte verzameling New Age kan nieuwe religieuze gevoeligheid ontstaan. 'God' lijkt voor de meeste jongeren een individuele expressie van een individueel gevoel te zijn geworden. Hun religie is pragmatisch en experimenteel.. (Dus niet: ik geloof wel of niet dat hij er is, maar ik merk wel of niet dat er iets is.)
Al met al is er een religieuze zoektocht, een hang naar eenheid in een gebroken wereld, die verder gaat dan een weekendje mediteren als recreatie. Zaken als identiteitsvorming, vrije en onbelemmerde zelfontdekking staan vaak centraal bij de zoekers. (Volgens mij is dat een ingewikkelde manier om te zeggen dat het maçonnieke Ken Uzelve' vaak centraal staat, PR).
Religie, aldus nog steeds de Hart, krijgt het karakter van een spirituele spijskaart van tradities, denkbeelden, waarden, symbolen, morele regels en praktijken, waaruit ieder z'n eigen menu kiest. De aandacht verplaatst zich van wat met de mond wordt beleden naar de manier waarop geleefd wordt. Hij verwacht dat de religie van de toekomst antropocentrisch zal zijn (de mens in het centrum geplaatst). Ze zal eerder gevoed worden uit het gevoel dan uit het verstand, eerder uit eigen vermogens van de mensen zélf dan uit dogma's van derden. Spiritualiteit zal centraal staan, niet doctrinaire geloofswaarheden.
Mr. J.F. Glastra van Loon, als humanist, ziet het heil niet van boven komen, maar uit onszelf. Voorheen stelden wij vragen over ons leven en kregen we antwoorden van de religies. Nu gaan we beseffen dat op onze vragen ook eigen antwoorden mogelijk zijn. De moderne mens acht zich voor een groot deel zélf verantwoordelijk voor zijn leven, en dan niet jegens een opperwezen, maar jegens zichzelf en zijn medemensen. En hij heeft ontdekt dat hij zich ook individueel van die verantwoordelijkheid kan kwijten. (Mijn commentaar: de vrijmetselarij wist dat al veel eerder)
Glastra van Loon weer: de Verlichting was niet een uiting van ongeloof, maar van een nieuw geloof. Zin en heil zouden niet meer in het hiernamaals, maar binnen het aardse bestaan liggen. Dat rationele en optimistische mensbeeld is helaas door de praktijk achterhaald. De oude heilsverwachting (van vóór de Verlichting) was niet controleerbaar, maar de nieuwe wél. Helaas is ons geloof daarin misplaatst gebleken, want zorgen en problemen blijken onverbrekelijk met levende wezens verbonden te zijn.
In de oude religiositeit werd de moraal 'over de band' van het opperwezen gespeeld. De schaapjes ontleenden hun waarden en normen niet aan wat ze voor elkaar betekenden, maar aan het feit dat ze bij de kudde van dezelfde herder behoorden. Kuddegevoel is vervangen door individualisme, dus we voelen ons onzeker over ons gedrag jegens elkaar en over onze toekomst. Logisch gevolg van de snelle en complexe veranderingen die we beleven. In extreme gevallen kan zulke onzekerheid tot zelfmoord leiden, soms van hele cultgroepen. Wat wij nodig hebben is een voorstelling die ons eigen zoeken naar zin bevestigt, en die niet door het zoeken van anderen wordt bedreigd. We moeten gewoon aanvaarden dat onze relaties tot elkaar onze eigen zorg en onze eigen verantwoordelijkheid zijn. (Een adagium in de vrijmetselarij)
Door mij samengevat zeggen de auteurs van In Stukken en Brokken het volgende:
1. De oude, vertrouwde vorm van religie (ze bedoelen dan het christendom) zal voor vele mensen in Nederland waarde houden, maar niet opnieuw opbloeien en niet zijn oude glorieuze rol terugkrijgen. Het zal meer privé zaak blijven.
2. Nieuwe vormen van geloof zullen idealistisch en pragmatisch zijn, met meer spiritualiteit en minder doctrine. Ze zullen meer dan ooit dynamisch en veranderlijk zijn, niet gauw een 'verbond voor het leven'. Het vroegere transcendente (zoals b.v. God van de christenen) zal niet verder komen dan een imaginaire gesprekspartner, misschien een helper, maar zeker geen bestuurder of beschikker.
3. De teruggang van kerken en geloofstradities betekent niet het verlies van normen en waarden.
4. Waakzaamheid is geboden, want als de mens geen fatsoenlijke religie aangeboden krijgt, neemt hij misschien iets onfatsoenlijks met een (vermeende) zelfde functie.
5. De eindconclusie is dat wij het belang van spiritualiteit voor de samenleving onderschat hebben. Veel mensen hebben ten onrechte gedacht dat we zonder zouden kunnen.
De titel van het boek is heel juist gekozen: het aantal stromingen, cultussen, oude en nieuwe kerken, mysteriescholen, ashrams en alternatieve academies is enorm, het zijn echt stukken en brokken. Er zijn oude religies bij die terugkwamen in New Age stromingen en dus eigenlijk oude wijn in nieuwe zakken zijn. De spiritualiteit in onze tijd is voor een deel het teruggaan naar de bronnen van het geloven, en voor een deel ook de zoektocht naar nieuwe metaforen, zoals Campbell voorspelde. Ik heb wel eens de indruk dat de cultus rond voetbalhelden of popsterren daar al iets van weg heeft.
Velen geven op eigen, zeer uiteenlopende manieren inhoud aan hun spiritualiteit. Ze proberen, praktiseren, ervaren en beleven van alles. Ze vinden het moeilijk om er over te praten, ook onder elkaar. Niet uit onwil, maar uit onmacht. Ze missen de woorden en begrippen die nodig zijn om met anderen ervaringen uit te wisselen. We moeten in onze contacten met jonge leden dus op begripsproblemen rekenen. Ons jargon dus moderniseren, in ieder geval vereenvoudigen.

Wat is een goede religie?
Een van de auteurs van Stukken en brokken, Dr. H.F. de Wit, voormalig hoogleraar contemplatieve psychologie aan de VU, probeert daar antwoord op te geven. Ik geef zijn verhaal vereenvoudigd weer. Hij stelt net als Campbell dat mensen een fundamentele, vitale menselijke behoefte aan religie hebben. Hij beschrijft welke eigenschappen een religie moet hebben om in die behoefte te kunnen voorzien.
In alle religies, mythologieën en spirituele stromingen vind je verhalen over belevingen van 'mensen op hun best'. Het zijn altijd subjectieve ervaringen van één persoon. De persoon voelt zich 'op z'n best'. Niet een gevoel van topprestaties of extase, maar het gevoel dat hij het leven in voor- en tegenspoed áán kan, dat het goed is. Psychologische kenmerken daarvan zijn bijvoorbeeld: zonder vóóroordelen en objectief naar situaties kunnen kijken, ook naar zichzelf, vreugde voelen als het goed zit en moed hebben als het fout zit, vermogen tot mededogen en zorgzaamheid, handelingsbekwaamheid, enz. enz. Omdat de Wit merkte dat mensen over zulke kenmerken spreken als fundamenteel voor hun bestaan, vat hij ze samen in de term 'fundamentele menselijkheid'.
Die beleving van fundamentele menselijkheid à la de Wit hoeft helemaal niet mystiek of extatisch te zijn, het is niet een zgn. piekervaring. Het bijzondere ervan zit voornamelijk in het contrast met onze gewone geestestoestand, waarin altijd een dosis angst en vooringenomenheid meespeelt. Mensen die gewend zijn vanuit die fundamentele menselijkheid te leven (in een religieuze traditie b.v.) vinden dat gewoon, geen prestatie of triomf. De Wit voert citaten van Campbell aan, die zijn visie bevestigen. Campbell wijst er steeds weer op dat het opbloeien of verdorren van die fundamentele menselijkheid het centrale thema vormt in de mythen en sagen van de hele wereld.
De Wit's eindstelling is dat iedere religie die die fundamentele menselijkheid weet op te wekken, een goede is. En dat religies die dat niet (meer) kunnen, beter kunnen verdwijnen. Ik ben dat helemaal met de Wit eens. Bovendien stuitte ik op een treffende analogie in een college van Dr. Maex, psychiater en docent aan de Antwerpse School voor Comparatieve Filosofie, over het Boeddhisme. Hij heeft het daar over de zgn. boeddhanatuur als streefdoel van een mens, en zegt dan "Het is niet anders dan onze fundamentele menselijkheid". Naar mijn mening is die 'contemplatieve psychologie' van de Wit niet anders dan de westerse wetenschappelijke beschrijving van wat de Boeddha 2500 jaar geleden leerde.

Esoterie en vrijmetselarij
Esoterie begon met de Griekse mysteriën en leidde via gnosis, joodse mystiek en kabbala, allerlei volksmagie en hermetica, alchemie, vrijmetselarij, theosofie en antroposofie naar de moderne tijd. Het christendom gebruikte de term 'esoterie' in negatieve zin voor stromingen die het vrije denken bleven verkiezen boven dogma's. En de moderne wetenschap plakte er ook nog het etiket 'niet-wetenschappelijk' op. Die twee negatieve ladingen hebben gemaakt dat alles wat zich aandient als esoterie door veel mensen nog steeds als vreemd, afwijkend, een beetje raar wordt gezien. Maar de trend is de laatste tijd weer positiever gericht.
Wichmann zegt in zijn boek o.a. dat ongeveer 10% van alle boeken die in onze tijd verschijnen over esoterische onderwerpen gaan. Zelfs als je de flauwekul en de geldklopperij ervan aftrekt, is dat nog steeds een duidelijk signaal dat er in de esoterie sprake is van een renaissance. Ook Harmans boek over de verschuiving in het westerse denken is zo'n signaal. Harman meent dat de esoterie een brug kan slaan tussen godsdienst en wetenschap, omdat zij qua kennis nauwkeuriger wil zijn dan godsdienst, maar tevens ook dieper wil schouwen dan wetenschap. En tenslotte zegt ook Campbell in antropologische termen iets soortgelijks. 

Slot
Dit is het beeld van de spiritualiteit dat wij voor ogen moeten hebben bij het nadenken over de hedendaagse samenleving. Ik besluit met een paar persoonlijke opmerkingen:
1. Op de vraag of de vrijmetselarij nog wel een plaats heeft in de veranderende samenleving is mijn antwoord in beginsel bevestigend. Ik vind dat de Nederlandse vrijmetselarij een uitdrukking van spiritualiteit is die zeker bij de 21e eeuw past. In ieder geval qua inhoud, maar ik heb wel eens twijfels over de vorm.
2. Waarop baseer ik mijn antwoord? Vrijmetselarij heeft verschillende functies voor verschillende zoekers. Voor de een is het een weg naar het Licht, althans een verbondenheid met iets hogers. Voor een ander is het een idee, gedachtegoed, en zijn de vormen bijzaak. Sommigen zien het als een levensschool, een methode, of een kunst, een koninklijke kunst nog wel. Gevoeligen voor rituelen vinden dáár hun beleving in. Weer anderen zien het vóór alles als een plek om met gelijkgestemden respectvol van gedachten te wisselen. En een aantal komt als pure consumenten. En toch, negen van de tien toetreders blijven hun leven lang lid. Kennelijk zijn juist die verscheidenheid en ons gezamenlijk zoeken sterke punten. Onze broederschap is naar mijn mening niet doel, maar gevolg.

Bibliografie:
• In stukken en brokken, godsdienst en levensbeschouwing in een postmoderne tijd, onder redactie van H.M. Kuitert, tien auteurs, Nederlands Gesprek Centrum/ten Have, ISBN 90 259 4639 9
• Mens, mythe en metafoor, door Joseph Campbell, Uitgeverij Contact, ISBN 90 254 6902 7
• Omwenteling, een wereldomvattende verandering in het denken, door Willis Harman, Lemniscaat, ISBN 90 6069 748 0
• Renaissance van de esoterie, door Jörg Wichmann, Aura, ISBN 90 274 2851

Reactie:

Hallo Rudolph,

Ik heb met veel belangstelling het artikel gelezen over “Postmoderne spiritualiteit” en daarbij viel mij iets vreemds op. En wel in de passage: “Esoterie en vrijmetselarij” Daarin stelt Romeijn dat de esoterie begon met de Griekse mysteriën. Echter dat ligt eraan hoe je esoterie opvat. Als hij bedoelt als woord, heeft hij gelijk, esoterie is afkomstig uit het Grieks. Maar als hij doelt op het begrip, dan ligt de zaak toch iets anders. Esoterie betekent geheime leer voor ingewijden en dit is al terug te voeren op de Egyptenaren. De latere Griekse Eleusische mysteriën bijvoorbeeld waren ook gebaseerd op de Egyptische riten. In Egypte bestond ook de school van de Witte therapeuten. In de theosofie en antroposofie zijn ook elementen uit Egypte terug te vinden.

Ik neem aan dat dit jou als v.m. wel bekend voorkomt, aangezien bij de v.m. ook gesproken wordt over Isis en Osiris  en de v.m. ook gebaseerd is op inwijdingen. Maar voor buitenstaanders, die dit artikel lezen, kan het enigszins vreemd overkomen, want ook in de spirituele – niet godsdienstige- wereld, de zgn.’paranormale wereld’ speelt Egypte een hele belangrijke rol.
Wist je trouwens dat het gebed dat Jezus ons leerde, het “Onze Vader” al prijkte op de muren in het graf van Tutanchamun?
In ieder geval wilde ik je dat even onder de aandacht brengen.

Met hartelijke groet,

Annabel

Dag Annabel,

Dank voor je reactie. Zinvolle aanvulling.  in het verhaal is gekozen om de oorsprong te leggen bij het ontstaan van het woord "esoterie"., maar het doorgeven van "geheime kennis" via inwijdingen is idd van eerdere datum. Doet evenwel niets af aan de rode draad van het verhaal van Piet Romeijn.
zie voor het begrip Esoterie hier.

Met hartelijke groet,

Rudolph Kroon

15 juni 2011

vrijdag 3 juni 2011

Niemand verandert in Essentie. De Kubiek in de Ruwe Steen.


Auteur:
Hans Middendorp, Loge Het Schietlood


Ik wil werken aan mijzelf om een beter mens te worden, en toch ontdek ik steeds weer dat mijn ruwe steen in mijn diepste essentie onveranderd blijft. Het werken aan mijzelf is een onafgebroken, eindeloze arbeid. Soms lukt het om een ruw kantje aan de buitenkant weg te chippen, maar dan blijken er nog zo heel veel ruwe kantjes over! Als eeuwige Leerling blijf ik vaak dezelfde soort fouten maken. Ik heb de instrumenten telkens opnieuw nodig. Voor mij is deze arbeid aan jezelf = de levensreis die wij allen maken, totdat wij de aardse werktuigen moeten neerleggen.

Ik heb als lijfspreuk: ‘Nemo Numquam Essentiae Mutatur’ – vrij vertaald met: ‘Niemand Verandert Ooit van Essentie’. Als ik zeg “Niemand Verandert Ooit van Essentie”, dan doel ik op iemands kern, op het geheel van gedragspatronen van elk individu. Wij herkennen elkaar ook aan deze gedragspatronen. Wij kunnen bijvoorbeeld prima inschatten hoe een familielid of vriend zal reageren in een bepaalde situatie, wij kennen zijn of haar patronen. Maar de Essentie van mijn Zelf verandert in mijn ogen niet wezenlijk. Het Zelf, de Essentie, schijnt mij net zo onveranderlijk als de kern van mijn eigen Ruwe Steen. Als mens en als VrijMetselaar blijf ik wel mijn best doen door steeds te werken aan mijn Ruwe Steen!

Ik wil dat nog verduidelijken: Ik zeg niet “er zijn nooit veranderingen, er verandert nooit iets”. Die veranderingen zijn er wel. Je wordt gelukkig wijzer en milder met de jaren. Voor een belangrijk deel is dat een gevolg van biologische processen, zoals veranderende hormoonspiegels en voortschrijdend lichamelijk ongemak. In VrijMetselaarsterminologie: ik streef er naar om mijn Ruwe Steen beter te laten passen tussen de ander Bouwstenen van de Tempel van Salomo. Het ‘Ken U Zelve' daagt mij uit om mijn eigen Zelf, onze Essentie, onder ogen te zien; met z’n goede en minder goede kanten, met al zijn ruwe uitsteeksels. Je hebt maar één Zelf, en je hebt er maar mee te dealen. Ik leer door de VrijMetselarij gaandeweg om mijn valkuilen beter te omzeilen, en de symboliek van de werktuigen helpt mij daarbij om mij te richten op een rechte verhouding met de wereld.

Het is mijn overtuiging dat wij allen altijd al VrijMetselaar waren, en dat we dat middels de Koninklijke Kunst voor onszelf moeten ontdekken; en dat ieder van ons zich uit zijn eigen Ruwe Steen moet ontworstelen om in het licht van de Zuivere Kubiek te komen. Mijn Essentie zal wellicht niet veel veranderen, maar mijn Bouwsteen past steeds beter tussen de andere Bouwstenen.

Ik ben op mijn wereldse en maçonieke reizen overal geweest. De instrumenten hebben mij geholpen om de contouren van de VrijMetselaar in mijzelf in beeld te krijgen, maar het valt niet mee om mijzelf te bevrijden uit de Ruwe Steen, waarin ik gevangen zit. Ik ken mijn struikelblokken, ik zie ze steeds duidelijker. Ik ken nu ook mijn instrumenten, ik weet dat ik ze verstandig moet gebruiken, in de tijd die mij nog rest op mijn levensreis.