donderdag 7 juli 2011

Relatie Vrijmetselarij met de maatschappij.

 Bron: http://www.glb.be/NL/maatschappij.htm


Wat is de relatie van de Vrijmetselarij met de Maatschappij?


Alle Menschen werden Brüder



De Vrijmetselarij beoogt de broederlijkheid onder alle mensen, en de vervolmaking van de mensheid.
Het is echter niet de Vrijmetselarij zelf die maatschappelijke acties onderneemt, maar de individuele vrijmetselaar, op basis van eigen inzichten, intuïties en geweten. Deze verschillen van vrijmetselaar tot vrijmetselaar.
De Vrijmetselarij zelf werkt door haar symbolische methode aan de vervolmaking van de wijsheid en de innerlijke kracht van de Vrijmetselaars om zo tot een betere wereld te komen.

Aangezien elke vrijmetselaar persoonlijke opinies heeft, kan en mag de Vrijmetselarij geen standpunten innemen namens haar leden.
Mensen die goed samenwerken in verenigingen bouwen een vertrouwensrelatie op. Dat is in de Vrijmetselarij niet anders. Die vertrouwensrelatie tussen vrijmetselaars zorgt er vaak voor dat ze elkaar vinden om samen een maatschappelijke actie te voeren, zoals een filantropische. Maar ook zij doen dat niet namens de Vrijmetselarij, en hun actie is niet als maçonniek te bestempelen. Meestal zijn trouwens ook niet vrijmetselaars bij de initiatieven betrokken.
We onderzoeken hieronder enkele veel voorkomende vragen.

Wat is de relatie tussen de Vrijmetselarij en de religies?
Wat is de relatie met de katholieke kerk?
Wat is de relatie met de vrijzinnigheid?
Waarom is de Vrijmetselarij discreet?
Wat is de relatie met de politiek?
Wat is de relatie met filantropie?
 

Wat is de relatie tussen de
Vrijmetselarij en de religies?

De Vrijmetselarij zelf is geen parallelle godsdienst of een substitutiegodsdienst: de Vrijmetselarij kent immers geen heilsleer, geen sacramenten...
De vrijmetselaar gebruikt de maçonnieke methode om essentiële antwoorden te zoeken zoals op vragen naar goed en kwaad, vragen naar zingeving enz...
De Vrijmetselarij beschouwt zichzelf niet als een concurrent van religies en filosofieën die antwoorden geven. De Vrijmetselarij staat immers aan de kant van de vraag.De moderne Vrijmetselarij is ontstaan in het begin van de 18de eeuw in een klimaat van godsdienstoorlogen en -twisten. Van in het begin heeft de Vrijmetselarij mensen verenigd van verschillende religieuze overtuigingen die bruggen wilden bouwen naar andersdenkenden.
In de pluralistische Vrijmetselarij, waar ook de Grootloge toe behoort, zijn alle religieuze en filosofische strekkingen toegelaten. Ook mensen die niet behoren tot een religieuze of levensbeschouwelijke groepering zijn er lid.
Wel wordt steeds vereist dat de Vrijmetselaar verdraagzaam openstaat voor de mening van de andere, en deze actief betrekt in zijn eigen zoektocht.  Wie het antwoord kent op de levensvragen heeft immers niets te zoeken in een vereniging voor wie het zoeken het hoofdkenmerk is. Aanhangers van integristische strekkingen in religies en ideologieën hebben dus geen plaats in de Vrijmetselarij. Daarenboven, indien een integrist de ander wil overtuigen van zijn gelijk, dan gaat deze in tegen de maçonnieke methode. Bekeringsijver is niet maçonniek.
Tegenover leden van integristische strekkingen staan leden van humanistische strekkingen. Deze delen een sokkel van gemeenschappelijke waarden zoals
respect voor de Rechten van de Mens
waaronder de gelijkwaardigheid van alle mensen, en zeker tussen man en vrouw
respect voor de Vrije Meningsuiting
scheiding van Kerk en Staat
Vrijmetselaars zijn ook gevoelig dat ook in het gewone leven ontmoetingen mogelijk zijn tussen verschillende levensovertuigingen.

Wat is de relatie met de katholieke kerk?

Bij de oprichting van de Vrijmetselarij waren katholieken aanwezig in de loges. De Vrijmetselarij was nog maar enkele decennia oud, toen de paus in 1738 de katholieken excommuniceerde die ook vrijmetselaar waren. Deze maatregel werd tot tweemaal herhaald. De eerste excommunicatie gebeurde via een pauselijke bull, een vorm die zowel werd gebruikt voor geestelijke als wereldlijke communicaties. De Paus was toen immers nog wereldlijke heerser over de pauselijke staten in Italië, een gebied dat veel groter is dan het huidige Vaticaanstad. Het hoofdmotief lijkt toen politiek geweest te zijn: discrete genootschappen die zich beriepen op een geheim schenen een gevaar voor de staatsveiligheid.
Een spoor vindt men hiervan terug in de artikels uit het kerkelijk recht dat de excommunicatie van de katholieke vrijmetselaars bevatte. Het artikel uit 1917 excommuniceert diegene die lid zijn of meewerken aan de Vrijmetselarij of andere gelijkaardige verenigingen die tegen de kerk complotteren. In 1983 verandert het kerkelijk recht. De Vrijmetselarij wordt niet meer bij naam genoemd. Er blijft enkel de verwijzing naar het toetreden tot verenigingen die tegen de kerk ageren. De Vrijmetselarij ageert uiteraard niet tegen de kerk, maar de vrijmetselaars blijven gevoelig aan integristische tendensen, en aan de mogelijke vermenging van kerk en staat.
Omwille van de politieke aspecten van de pauselijke bull, werd die in veel landen weinig toegepast. Zo waren er rond het jaar 1800 in België ook katholieke geestelijken vrijmetselaar, en zelfs een bisschop. In 1837 is er een brief van de Belgische bisschoppen die de katholieken verplicht uit de Vrijmetselarij treden. De klerikale tendens domineert in de katholieke kerk, d.w.z. de tendens om de scheiding tussen kerk en staat terug te draaien. Van de weeromstuit blijven diegene die niet akkoord gaan met het klerikalisme over in de Vrijmetselarij. Op dat ogenblik zijn er in het jonge België nog geen politieke partijen zoals we die vandaag kennen. De Vrijmetselarij wordt zo de facto het politieke centrum van wie niet tot de klerikalen behoort. De Vrijmetselarij wordt zo ook de kern van de liberale partij "avant la lettre". Deze situatie is analoog in andere katholieke landen in Europa. Slechts in de tweede helft van de 19de eeuw ontstaat de liberale partij als dusdanig, en daarna de socialistische. Ook de vrijzinnige levensbeschouwing organiseert zich in eigen organisaties. Daardoor kon de Vrijmetselarij in België zich weer gaan concentreren op haar eigenlijke missie: de zoektocht van de mens. De maatschappelijke actie gebeurt sedert dan weer op de passende fora. De oprichting van de Grootloge van België in 1959 past in het benadrukken van het zoeken, en de symbolische methode.
 
Kan een katholiek Vrijmetselaar worden?
In 1983 verklaart de congregatie voor de geloofsleer o.l.v. kardinaal Ratzinger, ondertussen Paus Benedictus XVI, dat de schrapping van de expliciete vermelding van de Vrijmetselarij uit het canoniek recht niet betekent dat het negatief oordeel van de kerk veranderd is. Dat belet niet dat in veel landen de lokale kerkelijke overheden een veel toleranter houding hebben ontwikkeld tegenover de Vrijmetselarij. (Zie ook de website van het Vaticaan over dit onderwerp)
Voor de Vrijmetselarij is het aan de katholiek die vrijmetselaar wil worden om zelf uit te maken of de principes van de Vrijmetselarij tegen zijn godsdienstige overtuiging in gaan, en in welke mate hij zich dan (nog) katholiek noemt. Voor de Vrijmetselarij volstaat het dat de kandidaat zoekend is in volle persoonlijke vrijheid en eer en geweten, m.a.w. dat de humanistische kant aanwezig is, niet de integristische.

Wat is de relatie met de vrijzinnigheid?

Vrijzinnigheid en Vrijmetselarij hebben zowel belangrijke gelijkenissen als verschillen.Gelijklopend zijn:
De eerbied voor de mens en de verdediging van zijn lichamelijke en geestelijke waardigheid;
De erkenning van de mens als zingever, en als schepper en drager van morele waarden;
De noodzaak van het beklemtonen van de sociale verantwoordelijkheid als tegenhanger van de individuele autonomie.
Het vrij onderzoek als methode voor het zoeken naar waarheid teneinde een antwoord te vinden op vragen die de mens zich in zijn concrete werkelijkheid kan stellen omtrent de zin van zijn bestaan, de gemeenschap, zijn leefmilieu, de natuur en de kosmos.
Maar de Vrijmetselarij neemt zelf geen standpunten en is evenmin een kanaal langs waar leden hun stem laten horen of acties nemen.
Het is dus belangrijk vrijzinnigheid en Vrijmetselarij te onderscheiden.
In het Frans is de kans op verwarring nog groter, omdat de term 'laïcité' er twee betekenissen heeft:
  1. Scheiding van kerk en staat. Dit is een principe dat de Vrijmetselarij ook ondersteunt.
  2. Vrijzinnigheid. Dit is de gemeenschap van vrijdenkers, gebaseerd op een niet confessionele levenshouding.
Zie ook:

Waarom is de Vrijmetselarij discreet?

Het algemeen principe is dat Vrijmetselaars zichzelf mogen kenbaar maken, maar nooit de maçonnieke identiteit van een broeder of zuster mogen vrijgeven. Waar heeft dit mee te maken? Hieronder geven we enkele belangrijke verschillende perspectieven.

Fundamentele redenen

Persoonlijke levenssfeer
 
De Vrijmetselarij is een innerlijke arbeid op en in zichzelf. Men komt er in contact met het eigen licht, maar ook met de eigen duisternis. Het is een plaats van zoeken en twijfelen. Dit is anders dan in de dagelijkse wereld waar men vaak sterk en zelfverzekerd moet zijn. In het zoeken en twijfelen is men kwetsbaar. Daarom gebeurt de maçonnieke arbeid in privé-groepen, in een geborgen sfeer van Broederliefde.
 
Arcanen
Arcanen zijn de cruciale elementen van de inwijdingen meegedeeld en die de inwijdeling diep raken en zo een krachtige persoonlijke groei bevorderen. Om deze impact te bewaren publiceren wij geen arcanen.
 
Geheim
Het "Geheim van de Vrijmetselarij" bestaat in de unieke onmededeelbare ervaring die de inwijding, de maçonnieke arbeid en de broederliefde met zich te weeg brengen. Je kan het vergelijken met het eten van een aardbei: geen enkele tekst kan de ervaring van de smaak oproepen bij wie de aardbei nog niet gegeten heeft.De maçonnieke ervaring heeft zeker niet het monopolie van dergelijke onmededeelbare ervaringen. Denken we aan de ervaringen bij het reizen in vreemde streken, of de vereniging met de geliefde...
Beslotenheid
Net zoals in andere verenigingen en vennootschappen is er een interne keuken, en deze blijft binnen de groep
 
Nederigheid
Vrijmetselaar zijn is geen kwaliteitslabel om mee uit te pakken.
 

Redenen eigen aan onze maatschappelijke
en historische context

Voorzichtigheid
Steeds doorheen de geschiedenis zijn vrijdenkende mensen vervolgd door totalitaire regimes, zowel van links (Stalin...) als rechts (Hitler, Franco, Salazar...).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Vrijmetselarij in België door de Nazi's onmiddellijk verboden. Veel vrijmetselaars ondergingen hetzelfde droeve lot als Joden, zigeuners... Deze herinnering staat nog in het geheugen van veel (oudere) vrijmetselaars gegrift. Het is een belangrijke verklaring waarom in landen die dergelijke regimes hebben gekend, de Vrijmetselaars zich minder bekend maken.
 
Belgische
cultuur
De Belg is van cultuur nogal discreet: "pour vivre heureux, vivons cachés". Het behoort niet tot onze gewoontes om vrijuit te vertellen voor wie stemmen, hoeveel we verdienen, wat onze filosofische overtuiging is... Dit verklaart voor een deel waarom in België minder Vrijmetselaars zich kenbaar maken.
 

Misverstanden

Geheimen van
het vak
Tot in de 17de eeuw hadden de gilden, zoals die van de metselaars, vakgeheimen die om evidente economische redenen niet mochten verteld worden. Er werd een eed op gezworen en er waren zware straffen voorzien voor de meinedige. De Vrijmetselarij kent geen vakgeheimen.
 
Verborgen geschiedenis
Er is steeds een literatuur geweest die op zoek gaat naar verborgen feiten die de "ware geschiedenis" zouden weergeven. Soms wordt dan de Vrijmetselarij ten tonele gevoerd als een midden waar die verborgen feiten doorgegeven worden. Daar is uiteraard niets van aan.
 
Verborgen
raadsel
Sommigen denken dat de maçonnieke symboliek een raadsel is dat moet gedecodeerd worden, en waaruit dan een kennis volgt die in woorden is te vatten. Ook dit klopt niet. Zoals reeds gezegd zit het geheim in de persoonlijke inzichten en ervaring. Er zijn evenveel decoderingen als er vrijmetselaars zijn, en deze evolueren tijdens het innerlijke groeiproces van de Vrijmetselaar. Het is wel een feit dat men in dictatoriale regimes vaak concrete kennis en feiten verhuld heeft in allegorieën en metaforische verhalen. Een gekend voorbeeld zijn de fabels van Lafontaine, waar de verschillende dieren wel degelijk geïnspireerd zijn op bestaande machthebbers. Maar de Vrijmetselarij bedient zich hier niet van.
 
Affairisme
Een van de hardnekkigste vooroordelen tegen de Vrijmetselarij is dat het een haard is van complotten en affairisme. Een zeldzame keer zijn er incidenten geweest waarbij malafide mensen in de Vrijmetselarij zijn geïnfiltreerd, zoals de beruchte P2  in Italië. De Vrijmetselaars zijn zelf de eersten om dergelijke fenomenen te beschouwen als een aberratie en een misbruik van hun maçonnieke idealen. Het intern maçonniek juridisch systeem sluit dergelijke malafide personen uit. In elk geval, wie denkt een invloedrijk netwerk te vinden in de schoot van de Vrijmetselarij vergist zich.

Samenvattend is de discretie van de vrijmetselaar inherent aan de persoonlijke levensfeer. De maatschappelijke en historische context maakt dat veel vrijmetselaars extra voorzichtig zijn om zich bekend te maken. Daarom neemt het zich bekend maken als vrijmetselaar slechts traag toe. Met initiatieven als deze site hoopt de Vrijmetselarij de misverstanden en vooroordelen te verminderen. Laat op zijn minst "onbekend is onbemind" geen redenen zijn om tegen de Vrijmetselarij te zijn.

Wat is de relatie met de politiek?

In de Vrijmetselarij stellen mensen zich vragen en zoeken ze naar een antwoord. Dit antwoord is per persoon verschillend en tijdelijk.
Er zijn wel politici vrijmetselaar, maar dat is ook voor hen iets persoonlijks.

Het in verband brengen van de Vrijmetselarij met de politiek is enkel historisch te verklaren. Zoals reeds beschreven was de Vrijmetselarij in de negentiende eeuw een grote politieke speler geworden als de tegenpool van de katholieken. Doordat er nog geen algemeen stemrecht was, was politiek ook een bedrijvigheid voor een kleine elitaire groep. Maar door de oprichting van de politieke partijen en de georganiseerde vrijzinnigheid kon de Vrijmetselarij die politieke rol van zich afzetten, en kon ze zich weer volledig concentreren op haar oorspronkelijke missie: een methode en een plaats voor zoekende mensen van verschillende levenbeschouwelijke strekkingen. Het politiek imago bleef evenwel hangen.

Wat is de relatie met filantropie?

Vanuit haar maatschappelijke bewogenheid is het belangrijk dat vrijmetselaars aan filantropie doen, en dan doen zij ook, maar de Vrijmetselarij zelf is geen filantropische vereniging.
De Vrijmetselarij is dus ook geen serviceclub, maar je vindt er ook vrijmetselaars zoals in zoveel verenigingen met een maatschappelijk doel. Overigens stonden vrijmetselaars aan de wieg van Rotary in 1905 in Amerika. Dit illustreert dat individuele vrijmetselaars wel maatschappelijke acties ondernemen, maar niet de Vrijmetselarij als organisatie.
 
------------------------------

Geen opmerkingen:

Een reactie posten